De ‘Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten’ (WTTA) gaat er vrijwel zeker komen De impact van dit toelatingsstelsel op de flexmarkt is enorm, schetst Patrick Tom, directeur van Bureau Cicero. En: “SNA is de sleutel voor toelating. Zorg dus dat je tijdig positief bent gecertificeerd.”
Er komt geen verplichte certificering, maar wel een toelatingsstelsel voor uitzenders, payrollbedrijven en detacheerders. Wie op 1 januari 2026 nog niet is toegelaten – of niet vóór 1 juli 2025 in het SNA-register is ingeschreven – mag geen arbeidskrachten meer uitlenen. Het lijkt nog ver weg, maar de tijd dringt, waarschuwt Patrick Tom, directeur van Bureau Cicero. “Door de enorme druk op de inspectiecapaciteit bij alle inspectie-instellingen zullen vertragingen ontstaan. Dus wees op tijd.”
EMS uitzendgroep bv is al jaren SNF gecertificeerd, zie: https://www.normeringarbeid.nl/snakeurmerk/gecertificeerde-ondernemingen/0318b822-74f2-42b5-a134-b0659fc0b645/verklaring/nl
Wet Toelating Terbeschikkingstelling Arbeidskrachten (WTTA)
Om misstanden bij de inzet van arbeidsmigranten tegen te gaan, wilde (demissionair) minister Karien van Gennip (SWZ) aanvankelijk op advies van de Commissie Roemer een certificeringsplicht voor uitleenbedrijven instellen. Dat moest malafide uitzenders van de markt weren.
Maar die verplichte certificering voor uitzenders en detacheerders gaat niet door. De reden: de Raad van State (RvS) heeft forse kritiek op het oorspronkelijke wetsvoorstel.
Belangrijkste bezwaar van de RvS is dat de minister uitging van een privaatrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) als certificerende instelling. Daarop heeft Van Gennip het wetsvoorstel aangepast. Dat is nu geworden de ‘Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten’ (WTTA)’.
Er komt een toelatingsnormenkader dat via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) wordt vastgelegd, wat betekent dat dit dus onder direct gezag van de minister komt te staan. Geaccrediteerde (private) inspectie-instellingen, zoals Bureau Cicero, zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van inspecties.
De kans dat dit toelatingsstelsel er komt, is heel groot. Het wetsvoorstel WTTA is in oktober ingediend bij de Tweede Kamer. Die zal daarover naar verwachting in het voorjaar van 2024 stemmen, aangezien dit wetsvoorstel niet controversieel is verklaard.
Voor wie gaat verplichte toelating gelden?
Aanleiding voor de nieuwe wetgeving is dus de misstanden bij de inzet van arbeidsmigranten, maar de reikwijdte van het nieuwe wetsvoorstel is veel groter. Deze verplichte toelating gaat gelden voor alle ondernemingen, gevestigd in Nederland en het buitenland, die in ons land arbeidskrachten ter beschikking stellen (TBA) conform de WAADI. Dit zijn naast uitzendbureaus die hun eigen uitzendkrachten plaatsen bij opdrachtgevers, ook doorleners, payrollers en zelfs detacheerders. Deze hebben immers allen een driehoeksarbeidsrelatie opdrachtgever-werknemer-werkgever en vallen daarmee onder de WAADI.
Al deze uitleenbedrijven mogen vanaf 1 januari 2026 zonder officiële toelating geen arbeidskrachten meer uitlenen. Inleners mogen op hun beurt geen arbeidskrachten meer inlenen van deze uitleenbedrijven. De arbeidsinspectie zal hier naar eigen zeggen streng op gaan handhaven.
Impact op de Flexbranche
Patrick Tom geeft aan dat de impact op de flexbranche groot zal zijn. “De bestuurlijke boetes kunnen oplopen tot € 90.000,- per overtreding. En die boetes gelden voor de hele keten, van uitlener, doorlener tot inlener. De arbeidsinspectie kan zelfs bij recidive de onderneming preventief stilleggen. Ook schijnconstructies met zzp’ers, waarbij feitelijk onder leiding en toezicht van de klant wordt gewerkt, vallen hieronder.”
Tom wijst hierbij ook op de rol van MSP’s en brokers. “Zij moeten borgen dat alles compliant gebeurt; wie werkt – met welk contract – onder leiding en toezicht van de opdrachtgever en wie niet. Dat moet transparant zijn en herleidbaar volgens het loonverhoudingsvoorschrift. Doorleners zoals MSP’s en brokers doen er dus goed aan nu al te checken of alle partijen in de keten voldoen aan het SNA-keurmerk. Het SNA-keurmerk vormt namelijk de basis voor het nieuwe toelatingsstelsel.”
Wat houdt het verplichte normenkader in?
Het normenkader bestaat uit de volgende vijf onderdelen:
- het bestaande normenkader van de Stichting Normering Arbeid (NEN 4400-1)
- het toepassen van het juiste loon op basis van het loonverhoudingsvoorschrift (inlenersbeloning) en transparante communicatie (informatie arbeidsvoorwaarden) daarover in de keten.
(Tip: als voorbereiding op toekomstige normeisen kunnen uitleenbedrijven zich laten toetsen op de bestaande PayOK-norm van Stichting PayOK.) - een procedure bij werving en selectie ter bevordering van gelijke kansen (anti-discriminatie). De ABU en NBBU voeren al een anti-discriminatiebeleid voor hun leden.
(Nieuw is dat dit voor de hele markt gaat gelden. De Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie gaat overigens medio 2024 in werking.) - waarborging van veiligheid op de werkplek door het schriftelijk doorgeleiden van de veiligheids- en gezondheidsrisico’s door de werkgever aan de werknemer op de werkplek.
(Naast de bestaande RI&E en het VCA/VCU-certificaat, is het idee dat er ook meer bewustwording komt bij de inlener. Met een procedure voor de start van de werkzaamheden kan de uitzender de uitzendkracht beter informeren over veiligheid op de werkplek.) - voldoen aan huisvestingscertificering zoals het SNF-keurmerk van de Stichting Normering Flexwonen op het moment dat er huisvesting wordt aangeboden aan de werknemer.
Waar moeten uitleenbedrijven in het toelatingsstelsel aan voldoen?
Een uitlener moet voor de toelating voldoen aan de volgende 4 eisen:
- aantoonbaar voldoen aan het normenkader (zie boven) middels een goedgekeurd inspectierapport verzorgd door een door de minister aangewezen inspectie-instelling (zoals Bureau Cicero).
- Inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;
- een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor rechtspersonen overleggen;
- financiële zekerheid stellen middels een waarborgsom van uitlener van € 100.000,- (Voor starters is dat beperkt tot € 50.000,-)
Driesporenbeleid voor aanmelding
De toelatingsplicht geldt vanaf 1 januari 2026. Vanaf die datum start de handhaving. Dat lijkt ver weg, maar dat is het niet. Je moet als uitlener de aanvraag voor toelating uiterlijk vóór 1 juli 2025 bij de toelatende instantie indienen. Vanwege het overgangsrecht gelden de volgende drie sporen:
- Uitleenbedrijven die op 30 juni 2025 al gecertificeerd zijn voor het SNA-keurmerk (van Stichting Normering Arbeid) en in het SNA-register staan, kunnen bij hun eerste aanvraag voor toelating een actuele verklaring van registratie uit het SNA-register overleggen in plaats van een inspectierapport gebaseerd op het verplichte normenkader.
- Uitleenbedrijven die uiterlijk op 31 december 2024 aan de minister melden dat ze een aanvraag zullen doen voor het toelatingsstelsel en deze aanvraag ook daadwerkelijk voor 1 juli 2025 indienen, komen in aanmerking voor overgangsrecht. Ze moeten echter zo snel mogelijk na deze aanvraag alsnog een inspectierapport indienen. Daarbij hoort een inspanningsverplichting. Op het moment dat een inspectie-instelling tijd heeft zal de onderneming op moeten gaan voor inspectie.
Voor 1 en 2 geldt: als de minister op 1 januari 2026 nog geen besluit heeft genomen over de aanvraag, kan de uitlener toch arbeidskrachten ter beschikking blijven stellen tot er een besluit is genomen.
- Alle Uitleenbedrijven die op of na 1 juli 2025 een aanvraag indienen en/of niet tijdig een melding hebben gedaan aan de minister voor 31 december 2024, moeten voor 1 januari 2026 een inspectierapport indienen. Zonder goedgekeurd rapport geldt: geen toelating tot de markt.
Belangrijkste advies van Patrick Tom: “SNA is de sleutel voor toelating. Zorg dus dat je tijdig (vóór 1 juli 2025) positief bent gecertificeerd op het SNA-keurmerk en ook in het register van gecertificeerde ondernemingen van SNA bent opgenomen.”
Waarom nu al starten met het SNA-keurmerk?
Het niet hoeven storten van een waarborgsom van € 100.000,- is een belangrijke factor. Uitleenbedrijven met het SNA-keurmerk kunnen aantonen dat zij betrouwbaar zijn en aan hun fiscale verplichtingen hebben voldaan. Als zij daarnaast vier jaar aantoonbaar arbeidskrachten ter beschikking hebben gesteld en ook zo in het handelsregister zijn opgenomen, hoeven zij geen borgsom te storten.
Daarnaast zal het op tijd voldoen aan alle eisen nog een hele opgave worden, voorspelt Patrick Tom. Zeker als je bedenkt dat van de circa 20.000 uitleenbedrijven in Nederland er slechts grofweg 4.000 SNA-gecertificeerd zijn. Inspectiecapaciteit wordt daar de bottleneck.
Waar uitleenbedrijven die al voldoen aan het SNA-keurmerk relatief eenvoudig zullen worden toegelaten tot het nieuwe stelsel, geldt dat bepaald niet voor de nog niet (SNA)-gecertificeerde bedrijven. Zij doen er daarom verstandig aan zich zo snel mogelijk voor het SNA keurmerk aan te melden. Want het inspectietraject kan de nodige tijd in beslag nemen. Voldoen zij namelijk niet aan de normen van het SNA-keurmerk, dan zullen zij een huiswerklijst met actiepunten krijgen die zij eerst binnen de eigen organisatie moeten implementeren. Zij moeten aantoonbaar eerst herstel doorvoeren voordat zij alsnog een definitief SNA-rapport krijgen.
De komende periode zal het ongetwijfeld langer duren voordat een uitlener SNA gecertificeerd kan worden. Het aantal ondernemingen dat zich in 2024 aanmeldt voor het SNA-keurmerk, zal naar verwachting enorm gaan toenemen. Wat veel van deze ondernemingen waarschijnlijk niet beseffen, maar wat volgens Patrick Tom wel degelijk een probleem gaat vormen, is de enorme druk die deze groei op de inspectiecapaciteit legt.
Bureau Cicero verwacht daarnaast dat de inspectietijd in het toelatingsstelsel gaat toenemen met grofweg factor 2 van de tijd die het vergt om een SNA-keurmerk te verkrijgen. “Ik verwacht uiteindelijk een verzesvoudiging van de markt. Wij zullen als Cicero daarvoor veel extra capaciteit nodig hebben. Die mensen moeten worden opgeleid. Door de drukte en de uitdagingen op de arbeidsmarkt zullen ongetwijfeld lange wachttijden ontstaan.”*
De beperkte inspectiecapaciteit is iets waar uitleenbedrijven terdege rekening mee moeten houden. Want als zij niet op tijd zijn, ligt het risico bij hen. En dat risico is groot. Een verbod op terbeschikkingstelling zal voor hen het eind van hun bedrijf betekenen, met als gevolg dat het de opdrachtgever op zijn beurt verboden wordt nog langer gebruik te maken van de arbeidskrachten van deze uitlener, en daardoor grote bezettingsproblemen bij de opdrachtgever.